Dit vind ik een boeiend plaatje, want er zit een verhaal achter.
M. (Marinus) van Kan (geb.Koudekerk 15-04-1882) trouwde 16-09-1908 in Vrijenban met Gerdina Catharina Slierendrecht uit Delft. Zij kregen enige kinderen waaronder de zonen Seth (1913) en Wilhelmus Johannes (1918). Tussen 1910 en 1920 woonden zij in Vrijenban, later geannexeerd door Delft, Rotterdamseweg 64a (volgens het bevolkingsregister, dus niet 64e of 64 l). Dit is een zijsteeg tussen de weg en de Schie, tussen de Hertog Govertkade en het Heerenpad, met hoofdzakelijk huisvesting voor arbeiders.
Volgens de gezinskaart was Marinus van Kan scheepmaker. De kaart blijkt ruim 7 weken voor het trouwen van Marinus te zijn verstuurd. Zeer waarschijnlijk staat hij zelf op de foto.
In Vrijenban, aan de Rotteramseweg en dus aan de Schie waren drie werven:
1. Scheepswerf Vrijenban, later H(endrik) Boot en Zonen, Rotterdamseweg 466, bijna halverwege Overschie;
2. Scheepswerf Timmer, Rotterdamseweg 404-406;
3. De Toekomst (v/h Intveld & De Groot), Rotterdamseweg nummer onbekend.
De werven Timmer en De Toekomst bestaan niet meer en deze zijn het ook niet geweest, want zij konden geen schepen van de omvang van de foto bouwen. Overigens is de werf op de afbeelding die ik in mijn vorige reactie heb gelinkt niet scheepswerf Boot, maar de werf van Timmer. Het stoomgemaal op deze foto stond ter hoogte van de Karitaat Molensloot, terwijl Boot staat ter hoogte van de Overslag Molensloot.
Scheepswerf de Toekomst heeft nog dichter bij de stad gestaan, misschien wel bij de Scheepmakerij.
Een beeld dat nog vrij goed overeenkomt met de tegenwoordige toestand van scheepswerf Boot is te zien op
http://idd.delft.nl/pls/internet/tms.de ... ctid=12221.
Scheepswerf Boot verkreeg in 1897 een hinderwetvergunning voor uitbreiding met een grofsmederij. Dit was een stenen gebouwtje van 7,6 m x 4,5 m met de kop aan de Rotterdamseweg, voorzien van 2 vuren voor 2 smeden. Sinds 1900 werden er geen houten schepen meer gebouwd.
Mocht iemand zich nog afvragen of het schip op de helling van het zoekplaatje een houten of stalen schip betreft, dan ik hem uit de droom helpen. De ongetwijfeld vakkundige scheepsbouwers van Boxce, dit is de huidige eigenaar van de werf Boot, beweerden met de hand op hun hart dat dit een stalen schip betreft. Het zou een Kempenaar zijn.
De breedte van het schip lijkt zeer groot. Destijds was de doorvaartbreedte van de brug bij Overschie beperkend voor de breedte, 7,85 m. Dit schip in aanbouw past daar precies in.
Scheepswerf Boot heeft en had dwarshellingen. Dit wil zeggen dat de schepen evenwijdig aan de Schie op de helling lagen.
Boot bouwde in hoogtijdagen wel 12 schepen per jaar. Op het zoekplaatje is te zien dat links ook nog een schip op de helling ligt, dus twee schepen parallel.
Een 70 tal afbeeldingen van Delftse werven is te vinden op
http://idd.delft.nl/pls/internet/tms.zoek, zoeken scheepswerf.
Helaas heb ik geen afbeelding gevonden met een onweerlegbaar visueel bewijs. Ik betwijfel of dit systematisch te vinden is. Desondanks is duidelijk dat dit een scheepswerf aan de Schie is en dat dit alleen scheepswerf Boot kan zijn. Of dit voldoende is om het plaatje opgelost te verklaren is aan Arnold Tak.