Zoekplaatjes door Arnold Tak

Als dit inderdaad de Goudsche Vest, Luthersche Vest of Goudsche Singel is, dan moet het witte brugwachtershuisje op de achtergrond behoren bij de Goudsche Brug, die in 1888 bij de demping van de vestgracht is gesloopt. De foto zou dan genomen moeten zijn vanaf een punt aan de Pompenburgsingel ter hoogte van de Gedempte Botersloot en tegenover het Boschje met de Boschjeskerk. Hier ben ik nog niet optimistisch over, maar laten we eerst afwachten hoe Hans Klaassen erover denkt.
Op meerdere plaatsen in Rotterdam hebben zulke brugwachtershuisjes gestaan, onder meer naast de Delftse Poort.

De reconstructie is nu als volgt. De foto moet zijn gemaakt vanaf de brug over de Goudsche vestgracht ter hoogte van de Heerenstraat en de Jonker Fransstraat. Hier stonden in 1880 en 1896 aan weerszijden van de Heerenstraat enkele panden dicht langs de vestgracht. In 1901 waren zij er niet meer. We zien rechts de Goudschevest. De fotograaf kijkt in de richting van het Oostplein en ziet in de verte de Goudsche Brug met het brugwachtershokje, dat inderdaad aan de zuidzijde (binnenstadzijde) van de vestgracht stond. Rechts is hier de Goudschewagenstraat en links de Goudscheweg. Rond 1888 werd de vestgracht gedempt; het deel ten oosten van de Goudschebrug was al eerder gedempt om het Oostvestplein te vormen.
Het opvallende huis van 4 ramen breed en met parterre, 3 etages en kap vinden we volgens mij terug in de beeldbank van het GAR op de catalogusnummers1993-3491, PBK 2245 en PBK 2258.
De gisthandelaar Christiaan la Grand woonde volgens het adresboek:
• Lange Baanstraat 38 (1880)
• vest 63 (1884)
• Goudschevest 63 (1886 - 1890)
• Lutherse Vest 63 (1895 - 1905)
• Goudschesingel 222 (1906, de weduwe).
Hij overleed in 1904 op 59-jarige leeftijd.
Kan iemand bewijzen dat Goudschevest 63 inderdaad is geweest even ten oosten van de Heerenstraat?
Merkwaardig is het grote aantal schepen, terwijl in deze gracht doorgaans geen of weinig schepen lagen. Mogelijk hadden de schepen met de dempingswerken te maken.
Verder mis ik de balans van de Goudsche Brug, die in 1886 werd afgebroken. Misschien was die toen al gesloopt.

Vanmiddag heb ik het gemeentearchief Rotterdam bezocht en enthousiaste hulp gekregen. Maar we zijn er niet uitgekomen. In ieder geval kan het niet de Goudse Singel ter hoogte van Meent/Heerenstraat/Jonker Fransstraat zijn. Daar hebben geen huizen “in het water” gestaan. Tot nu toe zijn de volgende plekken beschouwd: Delfshaven, Zalmhaven, Oude Haven (alle getijdehavens, wat nagenoeg uitgesloten is), Schiedamsevest, Coolsingel, Rotte en Binnen-Rotte, Goudse Singel.
Toch kan ik me niet voorstellen dat dit niet in Rotterdam is.
Wat zwalkt Rotterdam trouwens met straatnamen: Lutherse Vest = Vest = Goudse Vest = Goudse Singel.

Bij een nieuwe zoektocht ga ik ervan uit dat de foto dateert van vóór de aanleg van de spoorlijn door de stad, d.w.z. van vóór 1871. Mijn hypothese wordt dan dat de fotograaf stond op het punt waar de Rechter Rottekade overging in het Strooveer en in WZW richting kiekte. Dit is niet ver van de latere Karnemelksbrug en waar de Katshoek op de Rotte uitkwam. Dit is even rechts van waar Veewaag staat op het kaartfragment van 1865 dat Arnold heeft bijgevoegd in zijn reactie van 24-12-2008. Tussen Rechter Rottekade en Rotte was destijds een onregelmatig bebouwde strook. Daarvan zouden we dan op de voorgrond van de foto het laatste stuk zien. Vervolgens begint het Strooveer. Verderop zien we de Langebrug bij het Slagveld (het latere Hofplein), nog zonder spoorwegviaduct. Op genoemd kaartfragment en op andere kaarten is te zien dat de bebouwing aan het Strooveer nogal rafelig was. Helaas heb ik van de bebouwing van voor 1890 geen afbeeldingen gevonden.
Arnold, wil je deze mogelijkheid eens bekijken?

Arnold, zou je alsnog willen reageren op mijn vorige reactie op deze boeiende foto? Het moet toch ergens in Rotterdam zijn!

Een foto van de situatie die ik bedoel is GAR foto VIII 65.02 (Karnemelkshaven, 1910, Henri Berssenbrugge). Weet dat deze foto van 1910 is en het zoekplaatje waarschijnlijk veel ouder.
Zie http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl ... Itemid=148.

op de Rotterdamse dag j.l kwam ik Rotterdam kenner Hans Klaassen tegen en gevraagd naar de exacte plaats van zoekplaatje 1041.
hij heeft op een plattegrond uit 1870 aangegeven waarvandaan en in welke richting de opname was gemaakt.
de fotograaf heeft de opname dan gemaakt vanaf het sluisje tussen het Pompenburg en Kouwenbergs eiland richting nieuwe Goudse draaibrug bij de
Heerestraat zoals Martin Suverink al aan gaf.
op plattegrond de richting van de opname.
harm kramer

Wat een fantastische oplossing van Harm Kramer. Chapeau! Alle puzzelstukjes passen nu in elkaar.
We waren er ooit zo dichtbij, maar konden het niet rond krijgen.
De bomen staan dus aan de Luthersche Vest. De topokaart van 1880 geeft hier 4 bomen. Ik zie er 3, maar alla. De Botersloot moet al gedempt zijn. Dit gebeurde in 1866.
De enige prent die ik heb kunnen vinden van de brug en het huisje is een tekening:uit 1873 met de nieuwe brug, de draaibrug. Zie GAR X 111.
Het pand op de voorgrond werd aangeduid als branderij en is vóór 1875 gesloopt. Op GAR 1979-726 zijn deze panden uitstekend aangegeven.
Het door mij al eerder gesignaleerde huis van 4 ramen breed staat dus inderdaad op GAR PBK 2245 en PBK 2259. Dit is dicht bij de brug bij de Heerenstraat en Jonker Fransstraat, die op het kaartfragment van Harm Nieuwe Goudsche Draaibrug wordt genoemd. Dit is onjuist, want de Goudsebrug lag ter hoogte van de Goudseweg en was een ophaalbrug. Volgens mij heette de brug Nieuwe Brug.
De foto is dus van rond 1870 en is een zeldzaam waardevol historisch beeld.

Harm, wat slim om Hans aan te spreken. Natuurlijk heb ik hem ook tijdens de Rotterdamse Dag gesproken -zoals je weet- maar natuurlijk niet gedacht om dit ZP-tje weer ter sprake te brengen. We hadden zoveel andere dingen bij te praten. Je bent gelukkig een echt bijtertje en laat niet los. Als je eens weet hoe dikwijls ik met een loep op deze foto heb zitten turen, vergelijkingsmateriaal erbij gesleept e.d. Maar ik kon nooit een overtuigend bewijs vinden.
Maar het ei is gelegd. Een heel groot woord van dank moet ik vanzelfsprekend tot Martin richten. Hij heeft werkelijk alles uit de kast gehaald om dit tot een goed einde te brengen.

Het GAR heeft nog een tekening van de vervallen panden. Zie GAR 1973-4313.